Friday, December 15, 2006

Het kruis van Huamantanga

Huamantanga is een dorp van gemiddelde grootte, gelegen op 3800 meter in de Andes van Peru. De enige manier om er te komen is via een aarden weg die langs peilloze afgronden slingert.
De vroegere inwoners van Huamantanga waren godsvrezende mensen die hun land bewerkten in het zweet huns aanschijns. Ze bezaten niet veel, maar met het weinige dat ze hadden bouwden ze een klein kerkje van leem.
Nu hun gebedshuis af was, ontbrak er echter nog één ding; een kruis voor boven het altaar. Aangezien er in het bergdorpje geen timmerman was die iets dergelijks zou kunnen vervaardigen, werd besloten om een groep van drie mannen af te vaardigen om op zoek te gaan naar een kundige timmerman.
Aldus gingen op een vroege morgen de drie afgevaardigden te voet op pad. Het dichtsbij gelegen dorp was San Jose, dat nog altijd op bijna 3000 meter hoogte lag. Vandaar voerde de weg langs de rivier de Chiyón richting de grote stad Lima.
Over de ruwe aarden weg passeerden enkel paarden en ezels. In de regentijd zakten karren diep weg in de modder en bleven halverwege de tocht steken.
De reis naar Lima duurde te voet zo'n drie volle dagen, vandaar dat de mannen proviand voor onderweg bij zich hadden.
Nadat ze zo een dag hadden gelopen langs de rivier, kwamen ze een oude man op een ezel tegen. Ze vroegen de man of hij toevallig een timmerman kende. De oude man knikte. Hij liet de drie afgevaardigden uit Huamantanga zijn handen zien die ruw en verweerd waren door fysieke arbeid.
"Met deze handen kan ik om het even wat voor hout in een haast levensecht kunstwerk omtoveren. Ze zijn weliswaar oud, maar doen nog goed dienst."
De drie dorpelingen reageerden verheugd. Ze konden zich de lange weg naar Lima besparen. Ze vroegen de oude timmerman of hij genegen was een kruis voor boven het altaar van hun kerk te maken.
De man knikte en sprak: "Ik zie dat jullie eenvoudige landarbeiders zijn en zal jullie dan ook niets rekenen voor mijn werk. Het enige wat ik jullie vraag is eten en drinken gedurende mijn verblijf. En verder wil ik ongestoord kunnen werken."
De drie afgevaardigden stemden gewillig in met de voorwaarden van de timmerman, en samen keerden ze terug naar Huamantanga.
Alle dorpelingen reageerden verheugd bij het zien van de oude timmerman. Ze wezen hem een werkplaats aan waar hij ongestoord kon werken. Het hout voor het kruis was al gedroogd en stond gereed om bewerkt te worden door de ervaren en kundige handen van de man.
De dorpsbewoners lieten de timmerman op zijn verzoek met rust en brachten hem op gezette tijden zijn maaltijden met een fles water en een kruikje wijn. Zo verstreken de dagen terwijl de dorpelingen nieuwsgierig luisterden naar het geklop en geschuur dat uit de werkplaats klonk. Niemand kreeg echter gelegenheid om een blik te werpen op het kruis. Al die tijd bleef de deur van de werkplaats hermetisch gesloten.
Op de zevende dag bleef het stil in de werkplaats en het eten en de drank bleven onaangeroerd. De inwoners stroomden nieuwsgierig toe en luisterden aan de deur van de werkplaats waar geen enkel geluid uit klonk.
"Misschien is de oude man onwel geworden?" suggereerde een vrouw. De anderen knikten instemmend en besloten een kijkje te nemen om te zien of de timmerman niet ziek was.
Toen ze de deur van de werkplaats openden, was de oude man nergens te bekennen. Toch had niemand hem het dorp zien verlaten, iets wat zeker zou zijn opgemerkt door de honden die bij het minste of geringste gerucht aansloegen.
Terwijl ze zochten naar een spoor van de oude timmerman zagen ze in de hoek van de werkplaats een prachtig houten kruis staan. De beeltenis van Jezus was welhaast levensecht uit het hout gekerfd, met de van pijn doortrokken uitdrukking op zijn gezicht tot in het fijnste detail weergegeven. Met open mond keken de dorpsbewoners naar het kruisbeeld. Van de oude man werd echter taal noch teken vernomen.
Tot de dag van vandaag staat het houten kruis in de kerk van Huamantanga, en ieder jaar op dezelfde dag gaan de inwoners ermee in processie door het dorp, om de mysterieuze timmerman te gedenken.
Dit verhaal is gebaseerd op een orale vertelling uit Peru.